top of page

Een lieve boodschap van Joyce

Lieve Syl,

 

Graag schrijf ik een stukje voor jou. Waar zal ik beginnen? 

We hebben in al die jaren heel veel meegemaakt. Ik ken jou als een onverstoorbaar en recht door zee persoon. Jij was en bent nog steeds het middelpunt van de familie.

 

Ik herinner me de uren in de keuken die we doorbrachten als tante Lot er was, maar ook de vakanties in Klimmen waar Dick de hunnebedden zocht.

 

Niet te vergeten "de hoedjes": Jouw 'lijflied' op feestjes en partijen.

 

Nooit zal ik vergeten dat je als Tante Lien kwam op ons 25 jarige bruiloft, je beste optreden, mijn vader dacht echt dat we tante Lien hadden uitgenodigd. Super!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Over onverstoorbaar gesproken, ik weet nog goed dat je brood moest klaarmaken voor pa voor zijn werk. Pa vond dat je te dikke sneedjes maakte en zei: "Welja, nog dikker.", en jij ging ze steeds dikker snijden.

Cor Buis en ik kwamen niet meer bij van het lachen en Pa werd steeds kwader.

 

Ook dat Jacques op een dag aan tafel zei: "Syl, gooi de boter", en jij echt de boter naar hem toe gooide.

 

Lieve Syl, jij en je famielie hebben me altijd het gevoel gegeven dat ik een van jullie was, bedankt ervoor.

Ik wens jou en Piet nog een hele fijne tijd samen.

 

Liefs,

Joyce

 

Het Hoedenlied

In 1890 kwam tante Jet te sterven,

 

Ik ging er dadelijk heen,

 

En moest er nog van erven,

 

Ik keek in het kabinet,

 

Daar vond ik deze Pet,

 

Ik zette hem op mijn buurmans hoofd,

 

En we hadden reuze pret.

bottom of page