
Theo Raats blikt terug...
Het was de winter van 1966.
In de Stem had gestaan dat de 's-Heerenhoekenaars opgeroepen werden om naar de Jeugdhoeve te komen. De Prins Carnaval kon door omstandigheden zijn taak voor het komend feest niet op zich nemen. Bij huize Scholten waren er weer wat vrienden en die besloten te komen kijken, waaronder Theo Raats en Wouter Scholten.
Ook Kommertje, zijn moeder, en Syl gingen mee.
Daar aangekomen werden ze behoorlijk melig, want wie zou er gekozen kunnen worden uit de gelederen? Er waren genoeg kandidaten. Pau Polfliet zag zo'n baantje wel zitten, alsmede Herman Voet en Albert Remijn.
Dan roept iemand uit de Scholten-vriendenkring, 'Syl je doet toch ook mee?' 'Alleen als Kommertje me helpt!' roept ze lachend terug. En na een tweede stemronde is het beslist: Sylvia Scholten wordt de eerste prinses Carnaval die Nederland zal hebben: prinses Wanne de 1e!'
Ze houdt er ook nog iets leuks aan over: de Raad van Elf bestaat uit allemaal vrijgezelle mannen. Daar kiest ze er 1: Piet van Matthies. Twee kinderen volgen en zo zijn ze inmiddels al 44 jaar getrouwd.
Ook Theo herinnert zich de van Horsighstraat. Na het overlijden van zijn vader, de politieagent op het dorp, moeten ze verhuizen van de Kuypersdijk. Zijn moeder zei nog, 'Als het maar niet naar de van Horsighstraat is, dat lijkt me niks om te wonen.' Ze kwam er snel van terug, haar kinderen hadden veel contact met Wouter en Erik en ook zijzelf kreeg een warme band met mevrouw Scholten. En natuurlijk met Syl.
Hij herinnerde zich nog dat mijnheer Scholten bij een kachelfabriek werkte. Hij kleedde zich na het werk altijd als een echte heer en iedereen had een soort respect naar hem toe. Zijn contact was veelal met de familie Kuyper. Na het overlijden van zijn vrouw werd hij zeer teruggetrokken. Zijn moeder maakte ook regelmatig samen met mevrouw Scholten het eten klaar, veel gezelliger. Dan zaten er gewoon 2 gezinnen aan tafel en op de vensterbank. Of ze aten achter in de tuin. Tenslotte vertelde hij van een heftige gebeurtenis die zijn moeder Kommertje met Syl meemaakte. Ze waren op weg naar huis van iets en zagen onderweg dat er een ongeluk gebeurt was. Hopelijk niet iemand die we kennen, zei Kommertje nog. Het was haar zoon, Kees Raats."